De aardbeienplant

Mijn aardbeienplant

Mijn eigen aardbeien zijn bijna groot gegroeid en ze hebben al een bloemetje.
Dan moeten de bijen komen op het bloemetje.
En dat wordt het juist een aardbei.
Hij gaat op alle bloemen en dat worden allemaal aardbeien.
Dat komt omdat hij het stuifmeel van bloem naar bloem brengt.
Op alle bloemetjes.
Aardbeien wil ik altijd eten.
Een aardbei is mooi rood en lekker.

Van Youssef

Ik typ een tekst op de computer van de juf. Het gaat over mijn eigen aardbeienplant.

Dit is de plant in de klas. Hij heeft al een echte rode aardbei!

Mooi he!

Het bloemenparfum

Proces beschrijven! Dat kunnen wij al goed!
We hebben filmpjes bekeken en hier een eigen tekst bij gemaakt.
Youssef wilde ook een tekst maken over zijn aardbeienplantje.
We hebben ook nog goed nieuws! Aan de aardbeienplant in onze klas komt ook een rode aardbei! Joehoe!

Waarom ruiken bloemen zo lekker?

De bloemen ruiken lekker zodat de bijen komen.
De bijen moeten komen omdat het stuifmeel van de ene naar de andere bloem moet worden gebracht.

Geurwater maken:

1. Zoek lekker ruikende bloemen.
2. De bloemblaadjes knip je in kleine stukjes.
3. Als je genoeg kleine stukjes hebt pak je de blaadjes en je stopt ze in een koffiefilter.
4. Het koffiefilter doe je in een leeg glas.
5. Doe warm water in de koffiefilter en dan knijp je het goed uit.
6. Je moet wel goed uitkijken want het water kan nog heel warm zijn.
7. Nu druppelt het water in het glas. Dat ruikt al heel lekker.
8. Aan het einde doe je het in een mooi glas.

De grote rekendag!

De grote rekendag

Woensdag 18 april was de grote rekendag. Het thema was "beestachtig goed".
We hebben de hele ochtend alleen maar gerekend! Het was geen rekenen zoals we normaal doen, maar het leken wel allemaal spelletjes.

We zijn de dag begonnen met een powerpoint. Hierop stonden allemaal rekenvragen over dieren uit de binnentuin. Het ging ook over koeien.
De juf vertelde dat er niet altijd een goed antwoord hoefde te zijn, maar dat het ook ging over HOE je het kon uitrekenen of meten of wegen.
Er waren heel veel mooie redenaties en invalshoeken. Hieronder staan een aantal erg leuke reacties!

Rekenen met de hen, de haan, het konijn en de koe!

"Weet jij hoeveel korrels de haan per dag pikt?"
 Kind:
"Dat kan  niet, wij hebben alleen hennen in de binnentuin"

"Weet jij hoe lang de kippen met een zak voer van 25 kilo doen?"
Kind:
"Heel simpel. Je gooit gewoon de hele zak voer in het hok en dan tel je na hoeveel dagen het op is".

"Weet jij hoeveel kilometer onze hennen in de maand april hebben gescharreld?"
Kind:
"Dan hadden we zo'n hen een kilometerteller (stappenteller) om moeten doen! Dat kunnen we nu niet meer weten!".

"Weet jij wie er zwaarder is? Een konijn of een haan?"
Kind:
"Je moet dat dan gaan meten met een meetlint om zijn buik. Het dier met de dikste buik is het zwaarst".

"Hoeveel gras eet een koe per dag?"
Kind:
"56 grassprietjes"

Bingo!

Wij leren in de klas de getallen tot 100 zeggen en schrijven. Dat is nog best lastig! Want je zegt wel acht-en-veertig, dus eerst de 8, maar je schrijft de 8 pas achteraan!

Vandaag hebben we met de hele klas bingo gespeeld. Wat een spanning en sensatie!
We hadden twee hele goede bingojuffen. Zij konden de getallen gewoon helemaal goed zeggen! Knaaaap!

Het eerst potje hadden Mateusz en Youssef samen gewonnen. Ze moesten wel eerst leren dat ze niet bij ieder getal dat ze hadden 'bingo' moesten roepen. Dus er werd ook nog gezongen vandaag in de klas! Maar aan het eind hadden ze een 'echte'! Gefeliciteerd!

De bingojuf! En goed dat ze dat deed!

Goed samen kijken!

Spannend! "We moeten er nog één!"

Laat de ballen maar vallen!

Valse bingo!

Fijn samenwerken! We leren van elkaar.